Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Mijn [1]kinderkens, ik schrijf u deze dingen, [2]opdat gij niet zondigt. [3]En indien iemand gezondigd heeft, [4]wij hebben een [5]Voorspraak [6]bij den Vader, Jezus Christus, [7]den Rechtvaardige; 1. Dit woord gebruikt hij om zijn vriendelijkheid tegen hen te betonen, gelijk Christus, Joh.13:33; en noemt de gelovigen met dezen naam, niet alleen omdat hij velen van hen door de prediking van het Evangelie gelijk als gebaard had, 1 Kor.4:15; Filem.:10; maar ook om zijn hogen ouderdom. 2. Dat is, niet opdat gij deze leer zoudt misbruiken om daarop te vrijer te zondigen. 3. Of maar. 4. Dat is, opdat gij zoudt weten, en u daarmede troosten, dat wij hebben, enz. 5. Grieks paracleton; welke titel eigenlijk betekent een advocaat of voorspraak, die iemands zaak voorspreekt en uitvoert in gericht; en wordt hier Christus toegeschreven, omdat Hij bij den Vader voor ons bidt; Rom.8:34. 6. Namelijk dien wij met onze zonden hebben vertoornd. 7. Zo wordt Hij toegenaamd Jes.53:11; Zach.9:9; Hand.7:52; omdat Hij zonder enige zonde is geweest. Zie hfdst.3 vs.5, en daarom bekwaam om onze voorspraak te wezen; Hebr.7:26; en 1 Petr.3:18.